Ontwikkeling van een eigen Ik
“Het hebben van een identiteit houdt in, behalve dat ik weet wie ik ben, dat ook anderen mij kennen als die persoon”. Dit is wat Asch zei over identiteit.
Bij het ontwikkelen van een eigen ik spelen verschillende factoren een rol zoals zelfbeeld en eigenwaarden
Zelfbeeld: Beschrijving van het ik
Zelfbeschrijvingen veranderen in de loop van de ontwikkeling. Het gaat van fysieke en activiteiten gebonden kenmerken (zoals ik ben groot, heb rood haar en hou van tennissen) naar sociale en psychologische kenmerken (zoals ik vind vriendschap belangrijk, ben zeker van mezelf in contact met anderen). Jongeren hebben verschillende soorten zelfbeelden zoals een fysiek zelfbeeld (ik ben goed in tekenen), het sociale zelfbeeld (ik heb weinig vrienden) en bijvoorbeeld het schoolgebonden zelfbeeld (ik haal goede cijfers voor biologie).
Adolescenten leren het verschil zien in hoe zij zichzelf zien en hoe anderen hun zien. Ze betrekken bij een zelfbeschrijving zowel hun eigen perceptie als die van een ander. De bredere visie op zichzelf is één van de aspecten van het toenemende besef van wie ze zijn. Adolescent kunnen meerdere aspecten van hun ik tegelijkertijd zien. Dit besef is niet altijd even makkelijk. In de middelbare schoolleeftijd liggen kinderen soms met de verschillende kanten van hun persoonlijkheid overhoop. De adolescent wil zichzelf op een bepaalde manier zien en worden nerveus als hun gedrag niet klop bij die zienswijze.
Eigenwaarde: beoordeling van het ik
Weten wie je bent en accepteren wie je bent zijn twee verschillende dingen. Adolescenten gaan steeds beter begrijpen wie ze zijn, dit garandeert niet dat ze ook tevreden met zichzelf zijn. Hun grotere inzicht in zichzelf zorgt er juist voor dat ook al hun gebreken duidelijker in beeld komen. Voor adolescenten is het vaak lastig om met deze ontdekkingen om te gaan. Alle aspecten van het zelfbeeld worden op een andere manier beoordeeld. Een adolescent kan bijvoorbeeld veel eigenwaarden hebben als het gaat om het aangaan van relaties en weinig eigenwaarden als het gaat om schoolprestaties.
In het begin van de middelbare school is de eigenwaarde van meisjes meestal lager en kwetsbaarder dan die van jongens. Dit komt vaak doordat meisjes zich meer zorgen maken over hun uiterlijk en sociale contacten. Jongens hebben vaak een onverschillige houding ten opzichten van deze gevoelens. Natuurlijk hebben jongens ook hun kwetsbare kanten. Er gelden veel stereotypen voor jongens zoals het stoer moeten zijn, als ze daar niet aan kunnen voldoen voelen ze zich incompetent.
Fledman, R.S. (2009) Ontwikkelingspsychologie. Amsterdam: Pearson education
Wit, J. de, Slot, W. & Aken, M. van, (2007) Psychologie van de adolescentie. Baarn: HBuitgevers
Maak jouw eigen website met JouwWeb